Een nieuw continent en terug naar Australië, ik was gelukkig. Het klinkt gek maar het voelde heel vertrouwd om terug te komen in Australië. Alhoewel ik 6 jaar geleden aan totaal de andere kant van Australië zat. Wellicht kwam het vertrouwde gevoel ook wel gewoon omdat ik weer de westerse wereld had betreden.
Door Gino, die al 1,5 jaar in Perth woont, werd ik opgepikt vanaf het vliegveld. Altijd leuk om dan samen weer wat oude herinneringen op te halen. Het eerste wat we deden was shoppen. Lekker mannelijk, haha. Maar ik moest echt ff een trui en lange broek halen. Want zo warm was het niet in Perth. En daar had ik de kleren niet meer voor.
Uiteindelijk ben ik maar drie dagen in Perth geweest en heb ik daar zeker niet alles gezien. Via Facebook had ik een groep ontmoet die net als ik het plan hadden om naar Broome te reizen. En het mooie was dat er iemand bij zat met een auto. En het ging allemaal wat sneller dan verwacht, maar ze wilden snel vertrekken. En ik vond dat eigenlijk ook wel prima. Elke dag in Perth zou geld kosten en kwam hier voor een trip naar Darwin via Broome.
Dag 1
‘s Ochtends werd ik opgepikt. We gingen eerst naar een winkelcentrum toe omdat ik alle camping spullen nog moest halen. Daarnaast gelijk maar boodschappen gedaan voor de aankomende dagen. En daarna konden we dan eindelijk vertrekken. Althans, eerst moest alles in de auto. En dat werd een soort Tetris voor gevorderden. Maar uiteindelijk paste het allemaal.
We reden naar Lancelin toe. En stopten daar in de buurt op een free camp. Een gratis campingplaats, vaak zonder faciliteiten. Back to basics. Maar zo bespaarde we wel mooi wat geld. De eerste avond gelijk een kampvuurtje gemaakt en elkaar een beetje leren kennen.

Dag 2
Het was KOUD! Die nacht heb ik slecht geslapen. Het vroor bijna denk ik. Daar had ik geen rekening mee gehouden. Volgende nacht maar wat meer kleren aanhouden, haha.
We vertrokken naar Lancelin, wat bekend staat om haar zandduinen. We huurden een sandboard en reden naar de duinen toe. Mooie witte duinen die uit het niets opkomen in de buurt van Lancelin. Gelijk maar de duinen opgelopen, board gewaxt, en glijden maar. Bleek het toch heel anders te zijn dan snowboarden. Bochten maken gaat niet. Dus het is enkel recht naar beneden.
Ik wilde het altijd al een keer doen dus was blij dat we het nu konden doen, maar moet eerlijk zeggen dat het me wel wat tegenviel. Zo spectaculair is het ook weer niet als je gewend bent te snowboarden. Maar hij kan wel van mijn wensenlijstje af.
Die middag reden we naar een strand toe. Even gedoucht bij en buitendouche. Geluncht en daarna stonden de Pinnacles op de agenda. We waren daar met zonsondergang. Wat de mooiste tijd van de dag is. Het was een mooi park met veel kleine rotsen. We liepen hier een rondje en daarna reden we een iets groter rondje met de auto.

In het donker reden we uiteindelijk naar onze volgende free camp. We werden een donker zandpad op gestuurd. En het zand werd steeds muller. Uiteindelijk zagen we een gat waar duidelijk iemand had moeten graven om zijn auto eruit te krijgen. Dus we besloten om maar niet verder te gaan. De auto die wij hadden stond niet hoog op z’n wielen dus we zouden waarschijnlijk vast komen te zitten. De chauffeur stopte en zette de auto in zijn achteruit. En toen stonden we al vast. Uiteindelijk ff duwen en we waren eruit. Dus dat viel alleszins mee.
Terug naar de gewone weg en naar een andere free camp. Waar we uiteindelijk rond 9 uur aankomen. En dan liggen de meeste mensen in Australië op campings al te pitten. Wij moesten nog koken en wilden ook niet te laat naar bed dus we kozen snel een plek en gingen als de wiedeweerga aan de slag met tenten opzetten en eten koken.
We stonden ongeveer 5 meter van een camper vandaan. Waar de mensen binnen TV aan het kijken waren. Maar blijkbaar hebben ze de ruimte nodig om hun camper om binnen TV te kijken, want die oude taarten kwamen via twee kanten vertellen dat we te dichtbij stonden. Dus ik verplaatste mijn tentje maar iets. En de oudjes konden weer met een gerust hart verder TV kijken.
Dag 3
Kalbarri National Park stond er op het menu. Maar we gingen eerst maar even langs een auto garage, want sinds we vast hadden gestaan bleef de koppeling van de auto enorm stinken. Maar het bleek gelukkig niks te zijn. Maar het nam wel dusdanig veel tijd in beslag dat we besloten om het park een dag uit te stellen.
We gingen uitgebreid lunchen aan het strand. En we reden die middag naar een camping dichtbij het park. Maar wát een vliegen daar! Niet normaal. Heel veel mensen hadden me al verteld dat er veel van zijn in Australië. Maar ik had ze op een één of andere reden altijd ontlopen. Ze noemen het zwaaien met je hand voor je hoofd om de vliegen weg te halen ‘the Australian wave’.
Met een shirt over mijn hoofd geknoopt ben ik mijn tent op gaan zetten. Daarna liep ik naar een Australiër om te vragen of die beesten ook een keer weggaan. En vertelde me dat ze voor het donker thuis moeten zijn. Dus nog heel even wachten en we waren van ze af. Voor zolang de zon onder was. Dus we konden ‘s avonds wel normaal eten.
Dag 4
Wat een verschrikking die vliegen. Ik kwam met het briljante idee om te gaan ontbijten in het nationale park. In de hoop dat het daar minder erg was met de vliegen. Maar het was daar alleen maar erger! Uiteindelijk maar snel vier droge boterhammen gegeten, want ik werd helemaal gek van die beesten.
Kalbarri is gelukkig wel een mooi park. We hebben hier wat viewpoints en twee hikes gedaan. Een hike van negen kilometer. Waarbij ik een lamme arm kreeg van de vliegen weg te slaan. De meesten hadden ook een vliegennetje over hun hoofd heen. Maar die had ik helaas niet. Als ik foto’s wilden maken werd ie vaak gephotobombed door een vlieg. Dus soms moest ik wel vijf keer een foto schieten voordat ik er één had zonder vlieg erop.

Daarna nog een leuke hike gedaan van 2,6 kilometer. Ik was door mijn water heen en wilde wel eens testen of mijn filterfles echt zo goed is als wordt beweerd. Dus ik pakte vies groen water uit de rivier. En begon dat te drinken. En het smaakte niet eens heel verkeerd en ik werd er niet ziek van. Het werkt dus.
Na het park gingen we naar het plaatsje Kalbarri. Daar konden we een vliegennet kopen. Ik wist niet dat iemand zo blij met een netje kon zijn. We vulden ons water bij en gingen naar een mooie zonsondergang spot. Om vervolgens door te rijden naar een free camp waar ook een restaurant is. Dus eindelijk weer een keer niet vegetarisch eten en bier drinken.
Viel de pizza enorm tegen en verkochten ze geen bier….
Dag 5
Volgende bestemmingen waren Shark Bay en Francois Perón National Park. Eerste stop was bij een plek waar Stromatolieten in het water lagen. Soort levende stenen. Maar het beweegt niet. Dus het lijkt alsof je gewoon naar een strand met stenen zit te kijken.
Vervolgens gingen we door naar Shell Beach. Een strand vol met schelpen, je verwacht het niet. Wel een mooi strand verders. Vervolgens gingen we door naar Francois Perón National Park.
Bleek dat het schiereiland enkel met een hoge vierwielaangedreven auto te bewonderen was. En dat hadden we niet. Wel de vierwielaangedreven. Maar het had niet genoeg ruimte onder de auto en het was een wat basic uitvoering. Dus we durfde het niet aan. Een auto huren die dat wel kon was 300 dollar en dat vonden we wat te veel.
Dus we reden maar door naar de volgende bestemming. We moesten redelijk doortrappen om op tijd bij een supermarkt ongeveer 300km verderop te komen, omdat dat een goedkopere supermarkt was. Zelf denk ik dat we nu meer aan brandstof kwijt waren dan dat we bespaard hadden op boodschappen. Maar ach, we waren er wel op tijd.
Het grote voordeel was wel dat deze supermarkt een slijterij had. Dus waar de rest van de groep op zoek ging naar groente en andere dingen om te eten, kocht ik snel even een flesje whisky.
Dag 6
Eindelijk waren we onderweg naar Ningaloo Reef. Een groot rif aan de westkust waar klaarblijkelijk schitterend gesnorkeld en gedoken kan worden.
De eerste bestemming was Coral Bay. En zoals vaker in Australië deed de naam de plaats eer aan. Want direct vanaf de kant zat je op het rif. Een schitterend rif, niet altijd mega gezond meer. Maar als je dieper ging werd het steeds kleurrijker. Ook waren er veel mooie vissen te spotten.
De plaats zelf stelt niks voor. Het was eigenlijk één grote camping. Daarnaast stikte het van de vliegen, waardoor iedereen met een netje over zijn hoofd op het strand lag. Super chill.
Dag 7
In de Filipijnen had ik gehoopt walvishaaien te zien, maar het was uiteindelijk te veel reizen om op de juiste spot te komen. Daarnaast wist ik dat ze goed te spotten waren bij Ningaloo Reef.
We boekten een snorkelexcursie om met de walvishaaien te gaan zwemmen. Daarnaast boekte ik met een andere meid van onze groep een duik voor de volgende dag. Want de nummer 10 duikspot van de wereld is hier: Navy Pier. Als we er toch zijn moeten we dat gaan meemaken!
Verders niet veel uitgespookt. Beetje op een strand gehangen. ‘s Avonds een brouwerij bezocht, altijd goed. En we besloten om maar eens op een betaalde camping te gaan staan om een keer wat faciliteiten te hebben. Maar dat viel wat tegen. Alle campings zijn gesloten na 8 uur ‘s avonds.
Bij eentje hing een telefoon naast de deur. Die kon je gebruiken als je na sluitingstijd in wilde checken. Dus die maar gepakt. Telefoon ging drie keer over en toen kreeg ik een bandje: ze waren gesloten. Joh!
Toch maar weer naar een gratis campingplaats.
Dag 8
Er ging weer gedoken worden vandaag, hoppaaaa. De duiklocatie zit in een defensiegebied. Dus er moesten allerlei zaken weer officieel gedaan worden. We moesten al onze gegevens noteren. We moesten onze paspoort meenemen, anders mochten we het terrein niet op.
Op het terrein mochten we absoluut geen telefoon in onze handen hebben. Want als ze dat zouden zien op de camera’s dan zwaait er wat volgens de duikschool. Valt volgens mij wel mee, maar het was een grappige ervaring.
De duiklocatie heet Navy Pier. Wederom geen woord aan gelogen. We doken aan het einde van de middag, omdat dan de stroming niet zo sterk is. Het is een kleine duikspot waar verrassend genoeg blijkbaar ook zonder instructeur gedoken mocht worden. Wij besloten om toch wel met een instructeur te duiken.

Helaas hadden we toch nog iemand anders die met een instructeur wilde duiken. Bleek dat ook nog een Chinees te zijn. Niet mijn favoriete volk onder water. En deze had wederom twee camera’s mee.
We moesten van ongeveer twee meter het water in springen. Eenmaal in het water gingen we direct naar onderen. Het was echt een mooie duik met enorm veel vissen. Waaronder enorm grote zeebaarzen. Zeker twee meter groot. En die gaven niks om dat jij daar ook zwom. Soms zaten ze echt maar een halve meter boven me.
De Chinees was weer lekker bezig. Zwom direct naar plekken toe om foto’s te maken. Maakte niet uit of ik daar toevallig zwom. Duwde me gewoon weg. We moesten af en toe op ‘m wachten omdat hij 20 foto’s wilde maken. Tjaa, voortaan maar gewoon zelf gaan duiken, heb ik er ook geen last van.
Maar toch genoten van de duik. Verrassend genoeg had ik het wel ontzettend koud tijdens de duik. Dat heb ik nog nooit gehad. Maar zat vanaf 30 minuten echt te rillen van de kou. Ook boven water duurde het best lang voordat ik het weer warm kreeg.
Die avond stonden we eindelijk op een betaalde camping. Eindelijk weer normale faciliteiten.
Dag 9
Vandaag was de dag dat ik met walvishaaien ging zwemmen. Eindelijk. Ik liep de hele ochtend rond als een kind die op schoolreisje gaat. We moesten vrij vroeg verzamelen bij de organisatie waarmee we het water op gingen. Zij brachten ons met een bus naar de boot en vanaf daar begon de topdag.
Eerst gingen we nog gewoon wat snorkelen, was mooi. Maar het boeide me die dag niet zoveel. Daarna gingen we eindelijk naar de walvishaaien. Iedereen zat wel redelijk gespannen op de boot. Op een gegeven moment werd ons gevraagd ons snel klaar te maken om het water in te gaan. Want er was er één gespot.
We sprongen het water in en moesten op een lijn blijven liggen. Dan komt de walvishaai gewoon langs je heen zwemmen. Zodra hij voorbij is mag je wel mee zwemmen. Maar wat een gigantische vis! Deze was dan nog ‘maar’ 4,5 meter. Maar wat mooi. Ik zwom heel enthousiast met ‘m mee totdat ie opeens richting mij begon te zwemmen met z’n bek open. Wat vet!

Uiteindelijk zwom deze haai de diepte weer in. Dus we moesten opzoek naar een andere. En die werd gelukkig ook gevonden. En deze was naar schatting zo’n 8 meter lang!! Ik kon er geen genoeg van krijgen. We hebben in totaal misschien wel 10 keer met de walvishaai in het water gelegen.
Toen we terug voeren zagen we ook nog bultruggen voorbij zwemmen. Waren de eerste die deze boot had gespot dit seizoen. Ook zagen we nog een aantal zeekoeien zwemmen. Een dagje vol met zeldzame dieren.

‘s Avonds wilde ik deze mooie dag afsluiten bij een bar. Maar dat bleek wederom een uitdaging. De eerste bar was al aan het opruimen en schoonmaken. Ze gingen eerder dicht die dag. De tweede bar, die zeker open zou zijn, dacht precies hetzelfde. Was ook al schoon aan het maken. En Exmouth is maar een dorp. Dus veel andere opties waren er niet.
We liepen terug naar de camping toen ik nog een reclamebord zag van een biermerk. Daar gingen we maar even kijken. Het bleek de lokale sociëteit te zijn. Er werd daar gedart door twee omaatjes. En ze hadden een bar. Vroeg de barman of hij nog even open bleef. Nou, één biertje kon nog wel.
De omaatjes sloten uiteindelijk nog aan en daar hebben we nog best lang mee zitten ouwehoeren. Dus dat tweede drankje kon ook nog wel volgens de barman. We kregen wat tips over volgende bestemmingen en wat sterke verhalen over de hitte in Australië.
Dag 10
Voordat we Exmouth zouden verlaten hebben we nog twee mooie snorkelspots aangedaan. Vooral de tweede plek was een mooie, daar stond wat stroming is en daarom bekend als driftsnorkel spot. Dus je moet een stuk doorlopen en dan pas het water in springen. De stroming brengt je dan terug naar het begin.
Na het snorkelen reden we een lang stuk naar Karaijini National Park.
Dag 11
Op het heetst van de dag besloten we om een berg te gaan beklimmen. De tweede hoogste berg van Western Australia. Althans, dat dacht ik ergens gelezen te hebben, maar de echte tweede hoogste berg beklommen we een paar dagen later.
Het was een vrij simpele klim. Wel zweten in de hitte natuurlijk. Maar we waren binnen 45 minuten boven. De berg had wel een lekker Australische naam: Mount Nameless. Verder was het naast de hike niet echt de moeite waard. Je keek niet mooi weg op de berg en de loop zelf was ook niet heel spectaculair.
Bovenop de berg kwamen we nog wel een leuk oud stel tegen. Zij reden met de auto naar boven, want er liep ook gewoon een weg. En zij reisden naar het zuiden. Ze raadde mij aan om naar een bierbrouwerij te gaan in Broome als we daar aankwamen. Daar moest ik de Chili Beer proberen. Die man zei dat die niet normaal pittig is. Waarop zijn vrouw, die gewoon in de auto zat te wachten, de deur open gooide en riep: “Because you’re just a pussy!”.
Dag 12
We hadden overnacht in Karaijini National Park. Er zijn daar ontzettend veel hikes te doen en we wilde proberen ze allemaal te doen in drie dagen. De eerste dag gingen we naar Joffre Falls. Hele mooie hike waar je over rotsen moet klauteren en springen.

De daaropvolgende hike was nog veel mooier: Hancock Gorge. We moesten door het ijskoude water en tussen de rotsen door om aan het einde te komen. De laatste echt hike die we die dag deden was Weano Gorge. Vergelijkbaar met Hancock en dit ook super mooi. Wederom moesten we door het water en liepen we tussen de hoge rotsen door. Fantastische dag qua hikes.

Daarna nog een paar lookouts bezocht die in de buurt lagen en dan zien je hoe apart landschap het is. Het is een redelijk vlak landschap met daarin allemaal hele diepen groeven. Wat de gorges zijn die wij hadden belopen.
Dag 13
We waren heel vroeg gaan slapen, want we hadden besloten om Mount Bruce te beklimmen voor zonsopkomst. Nu bleek Mount Bruce écht de een na hoogste berg van Western Australia te zijn. Maar liefst 7 meter hoger. Maar de hike is beduidend langer.
Om 2 uur ‘s nachts stonden we op om naar de berg toe te rijden. En vanaf daar begonnen we de hike. Met mijn hoofdlampje zag ik onderweg allemaal hele kleine reflecterende dingen op de grond. Toen ik dichterbij kwam zag ik dat het spinnen waren. Grappig dat je dan ineens ziet hoe verschrikkelijk veel spinnen er ‘s nachts rondlopen. Ze zaten echt overal!
De hike was gaaf. Geen gebaande paden, maar gewoon over allemaal rotsen lopen in het donker en soms echt stukjes klimmen. We liepen vrij vlot door dus we waren wel wat vroeg boven. Moesten 1,5 uur wachten voordat de zon pas op kwam.

Die middag deden we nog een mooie hike bij Dales Gorge. In een lange hike bezochten we daarbij Circular Pool, wat een mooie plek is om te zwemmen. Wel ijskoud water! Ik zwom daar nog naar een watervalletje. Een Australiër vertelde dat dat water warmer was. Daar aangekomen zat er een klein rood-bruinig slangetje me aan te kijken. Dus bleef daar niet heel lang rondhangen.
Dag afgesloten bij Fortescue Falls en Fern Pool. Wederom mooie plekken.

Dag 14
De laatste dag in het park. In de ochtend bezochten we Knox Gorge. Wederom heel mooi. Het gekke is dat ze allemaal mooi zijn, maar als je ze probeert te beschrijven hetzelfde klinken. Ik denk dat dat ook met de foto’s gebeurt. Het lijkt allemaal op elkaar. Maar toch vond ik iedere hike fantastisch.

We sloten af bij Hamersley Gorge. Deze is twee jaar dicht geweest en was toevallig twee dagen geleden open gegaan. Geen spannende of bijzondere hike, wel een mooie waterval en je kan er lekker zwemmen.

Vervolgens in de auto gestapt en direct doorgereden naar Broome. Wel nog een nachtje ergens op een camping moeten staan, want het was een beste rit. Maar de volgende middag kwamen we aan in Broome.
De westkust tot aan Broome was mooi. Absolute hoogtepunten waren Karaijini National Park, de walvishaaien en de duik in Exmouth.
Weer met veel plezier gelezen! Mooi geschreven het enthousiasme straalt ervan af!