Na 5 dagen leuke dagen Broome waar ik te gast was bij Dennis en Kim thuis was het tijd om weer verder te gaan. Mijn vorige groep viel uit elkaar. Iedereen had andere plannen vanaf Broome. Dus ik moest een nieuwe groep zoeken waarmee ik richting Darwin zou gaan. Deze had ik gelukkig snel gevonden. Een Nederlander had op Facebook een post geplaatst dat hij de Gibb River Road wilde rijden en had nog twee plekken over. Verder sloot er nog een Fransman aan.
’s Ochtends verzamelen, boodschappen doen en dan gaat de tocht beginnen. De Gibb River Road blijkt een onverharde weg te zijn door het ‘echte’ Australië. Ik had me weer eens niet voorbereid dus wist niet precies wat het zo mooi maakte, maar je had er blijkbaar een goede 4WD voor nodig en je rijdt bijna met zekerheid lekke banden. Dat klonk wel als een avontuur.
De Fransman wilde graag eerst nog een omweggetje maken naar Cape Leveque. Een onverharde route naar een schiereiland. Het was een mooi strand waar rode rotsformaties op een vrij licht strand stonden. Wat zeker mooie foto’s oplevert. Echter, als ik van tevoren had geweten dat we daarvoor 400 kilometer op een slechte weg om moesten rijden had ik voorgesteld om het te skippen. Maar dat hoort erbij. Ik had ook geen huiswerk gedaan dus wist sowieso niet wat we gingen vinden. Daarnaast deed mijn telefoon het niet meer dus kon ook weinig opzoeken.
Het hoogtepunt van deze twee dagen was voor mij de nacht op de camping. Wederom een mooie sterrenhemel. Daarnaast hebben ze daar een van de grootste getijdenverschillen. Dus wanneer het vloed wordt je zie het echt stijgen. Gigantisch hoeveel water er dan ineens op komt zetten. En wat voor stroming daarin moet staan.

Terug in Broome heb ik nog snel een campingstoel gekocht en we vertrokken naar Derby. De start van de Gibb River Road. De Fransman moest ook nog snel een andere tent halen, want hij had er een schitterende tent gekocht die je per se vast moest zetten met haringen. Geniaal, want in Australië sta je vaak op rotsachtige grond. Of super los zand. Ook sliep het zonnescherm van de auto niet zo lekker als een echt matras…
Dag 1 Gibb River Road
Daar gaan we dan! De Gibb River Road. Het begon nog met asfalt, maar dat veranderde snel. De eerste stop die diezelfde dag nog op de planning stond was Windjana Gorge. Eerst nog wel snel de bandjes wat aflaten, hopende dat we geen lek zouden rijden. Windjana was een goede start. Mooie gorge en Jelle en ik hadden al snel een kruisje staan bij iets wat we wilden zien: Krokodillen. Er lagen daar een zooitje zoetwater krokodillen bij het water. Mooie beesten zijn het toch. Zoetwater krokodillen zijn alleen een stuk kleiner (en minder agressief) dan zoutwater krokodillen. Die hoopten we nog een keer te zien.

Dag 2 Gibb River Road
Vanaf onze free camp reden we naar Tunnel Creek. Was een mooie grot, waar we uiteindelijk ook door het water moesten. Ik had mijn schoenen aan en daar dus niet echt zin in. Dus ik zei een paar keer dat ik het niet ging doen. Uiteindelijk schoenen maar uit gedaan en daar liep ik dan toch door het water. Ben altijd als de dood om iets fantastisch te missen. Aan het einde kwamen we uit aan de andere kant van de rots waar het water verder ging in een riviertje.

Er zat nog wel wat geschiedenis aan die plek. Vroeger toen de Engelsen/Australiërs met harde hand de Aboriginals onderdrukte was er toch een Aboriginal die samenwerkte met de lokale Australische politie. Maar zijn stam bleef maar pushen dat hij zijn eigen volk niet mocht verloochenen. En uiteindelijk bedacht ie zich. Schoot de enige agent neer en bevrijdde alle gevangenen.
Daarna werd er natuurlijk flink op hem gejaagd en is hij twee keer neergeschoten, maar hij werd door zijn stam opgelapt toen hij schuilde in die grot. Uiteindelijk wisten ze waar hij schuilde en kwamen ze in een gevecht en viel hij uiteindelijk van een rots af.
De ruïnes van het politiestation waar het allemaal gebeurde was onze volgende stop. Gelukkig hadden we deze geschiedenis er inmiddels bij. Want anders was het nog minder boeiend. We reden de rest van de dag door naar onze volgende camping. Tussendoor nog wel gestopt bij een uitkijkpunt om wat te lunchen. Maar er stond verder niks meer op de planning die dag.
Dag 3 Gibb River Road
We hadden overnacht op een betaalde camping. Dus we hadden stromend water tot onze beschikking. Aangezien onze olijfolie had gelekt zat alles onder de olie. We besloten om alles maar even goed schoon te maken. Toen we daarmee bezig waren kwam er een vrijwilliger van de camping naar ons toe om een praatje te maken. Hij maakte onder andere de toiletten schoon.
Zonder dat we ernaar viste begon die man ineens te vertellen over welk volk hij nou niet mocht. Chinezen en Fransen, dat was echt uitschot. Je kon aan de WC’s zien als zij er waren geweest. Hij wist niet dat de enige die nog niks gezegd had Frans was, haha. Probeerde het wat te verzachten met te zeggen dat het wel een mooi land is.
Het was niet ver rijden naar Bell Gorge. De vrijwilliger van de camping vertelde dat je daar goed kan cliffjumpen. We kwamen aan bij de gorge en liepen naar het punt waar we konden zwemmen om even af te koelen. Er was al een andere groep aan het zwemmen. Ik zat ondertussen te kijken waar je kon cliffjumpen. Van die groep die er al was, was een stel daar vorig jaar ook en had de jongen de sprong gemaakt. Hij wees me waar ik vanaf moest springen. Maar hij zei ook dat het water 1,5 tot 2 meter lager staat dan vorig jaar. Hij deed het niet meer.

Het liefst spring ik natuurlijk niet als eerste. Maar niemand was van plan om het te doen. Dus ik zwom even naar het punt toe waar ik ongeveer in het water in zou komen om te checken hoe diep het is. De sprong zou zeker 15 meter zijn als het niet meer was. Het was zoet water dus je valt een stuk dieper dan in zout water had iemand mij verteld.
Uiteindelijk sprong ik van een stukje lager eerst het water in. Dat was denk ik een meter of 11 á 12. Maar ik was te schijterig om van die hogere af te gaan. Als de dood om op een rots te springen..
Toen ik te bang was om te springen zat Jelle te ouwehoeren met die andere groep. En zij gingen allemaal naar Mitchell Falls. Dat is een stuk noordelijker in de Kimberleys. Jelle dacht dat het heel duur zou zijn en daarom zouden we het skippen. Maar zij gingen het allemaal doen en het bleek maar 45 dollar per persoon te kosten. Dus we besloten vrij vlot dat we dan ook maar gingen pakken. We zijn er nu toch.
We reden verder nog door naar Adcock Gorge. Een advies die Jelle had gekregen, moesten we echt niet missen. Zou fantastisch zijn. We kwamen op een weg die niet echt gemaakt was voor Jelle’s auto: Nissan X-Trail. Maar hij probeerde het toch, maar nadat hij een paar stenen aan het verleggen was met zijn uitlaat parkeerde hij hem toch maar. We liepen het laatste stukje. En het bleek een beetje tegen te vallen. Het was niet zoveel. Er was geen wandeling of iets. Het was wel een mooi plekje, maar de verwachtingen waren wel wat hoger.
Uiteindelijk wel de auto weer terug kunnen krijgen over het pad. Ook zonder lekker banden, want dat was toch wel een dingetje. Van de groep die we gisteren ontmoette mocht er al iemand terug naar Derby, want had te veel lekke banden. Naja, wij konden nog gewoon verder en gingen naar Galvans Gorge. Hetzelfde recept: mooie gorge met een plas water aan het einde. En een plek waar normaal een waterval zit, maar door de extreme droogte van dit jaar even verdwenen is.

Tot slot reden we al naar een van de weinige tankstations op de route: Mt. Barnet Roadhouse. Dit is normaliter ook ongeveer het middelpunt van de route, maar dat is zonder een flinke uitstap naar Mitchel Falls. De roadhouse sluit al om vier uur. Dus we reden door naar een free camp.

Dag 4 Gibb River Road
De ochtend erna maar terug naar de roadhouse. We hadden toch wel weer wat brandstof nodig. Daarnaast nog wat kleine boodschappen gedaan en richting Manning Gorge. Het brood wat we gekocht was nog bevroren en we zouden naar een plek komen waar we goed konden zwemmen. Dus we gingen daar wel eten.
Jelle en ik waren eigenlijk continu wel een stuk sneller dan de Fransman. We moesten elke keer wachten. Hij liep al niet zo vlot en schoot ook nog eens ontelbaar veel foto’s. Maar de route werd duidelijk aangegeven met lintjes en strepen. Dus wij liepen gewoon in ons eigen tempo door. Hij komt er wel. Half uurtje later waren wij er. Even ontbijten en dan het water in. Er kon hier ook weer het water in gesprongen worden van een metertje of 8. Tja, moet dan maar.

Eenmaal weer terug aan de kant was er nog geen spoor van de Fransman. Waar is die gozer toch? Uiteindelijk hadden we besloten om hem maar te gaan zoeken. Want over een stukje waar wij 30 minuten over deden is er van hem 50 minuten later nog geen spoor. We hadden alles ingepakt en ineens kwam ie aanlopen hoor. Hij was verdwaald. En is uiteindelijk een stuk terug gelopen en maar met een andere groep mee gelopen.
We reden die dag door naar Drysdale. Dit is al richting Mitchell Falls en van de originele Gibb River Road af.
Dag 5 Gibb River Road
We vertrokken de dag erop verder naar het noorden. We stopten onderweg nog om wat Aboriginal rotsschilderingen te bekijken. Daarna stopten we nog een keer bij een riviertje. Was wel leuk, maar niet heel bijzonder. De wel apart was dat de omgeving ineens heel snel veel tropischer werd. Uit het niet stonden er ineens een soort palmbomen links en rechts langs de weg.

Daarna gingen we dan echt richting Mitchel Falls. Dat moest het hoogtepunt gaan worden. Die dag kwamen we wat te laat aan om het direct te doen. Dus we gingen enkel even naar een kleinere waterval om te ‘douchen’.

Maar het is dusdanig droog dat er geen water viel op dat stuk. Maar er kon nog wel goed gezwommen worden. Op de terugweg naar de camping brak setje slippers nummero 2.
Dag 6 Gibb River Road
De hike naar Mitchel Falls was 8,5 kilometer lang. Het was een beetje hetzelfde recept: veel rotsen en geen gebaande paden. We kwamen als eerste uit aan de bovenkant van de Mitchel Falls. Daar kan je mooi ver weg kijken in de gorge. Daarna liepen we eromheen, vanaf daar konden we de waterval pas echt goed zien.

Daarna liepen we uiteindelijk weer terug en sprongen Jelle en ik nog over een watertje heen. Onze Fransman probeerde dat ook, maar bedacht zich een meter van te voren. Net iets te laat dus hij gleed met tas en al het water in. Schitterend.
De terugweg nog even gestopt en gezwommen in de pool waar we dag ervoor ook in lagen. En daarna nog doorgelopen naar een uitkijkpunt, maar wederom stonden we voornamelijk naar bomen te kijken. Iemand moet die Australiërs toch eens adviseren dat wanneer een uitkijkpunt tussen de bomen is, dat een uitkijktoren wellicht een oplossing is als je bomen niet wilt kappen.
Al met al was de waterval zeker het hoogtepunt van de Gibb River Road so far.
Dag 7 Gibb River Road
We hadden in het noorden nog een paar plekjes over die we konden bezoeken. De eerste was een plek die bekend stond om de kikkers en bijzondere bomen. Dat boeide ons vrij weinig, dus we kachelde rustig door.
Uiteindelijk kwamen we aan bij de Surveyors Pool. Daar werd de weg een beetje uitdagender. En toen kwam Jelle er pas achter dat ie de auto nog nooit in de 4WD stand had gezet. Alles tot nu met 2WD gedaan. De pool is normaal als het niet zo droog is heel mooi denk ik. Maar nu was stroomde er amper water. Verder bleken daar zoutwater krokodillen te zitten, maar die hadden we helaas niet gezien.
Het meest noordelijke plekje waar we heen zouden kunnen was Walsh Point, maar op de map stond dat het een niet onderhouden weg was die in slechte staat was. We keken wel hoe ver we konden komen. En dat bleek ongeveer tot de helft. Daarna werd het echt veel te rotsachtig met gaten en diepe sporen. Dat ging die X-Trail nooit overleven. Dus we moesten helaas omkeren. Weer helemaal terug naar de Gibb River Road zelf.

Dag 8 Gibb River Road
Jelle was zowaar een keer vroeg op. Dat kwam mooi uit, want daardoor vertrokken we ook mooi op tijd. We gingen richting El Questro. Dat was een redelijke rit. En toen hadden we ineens een lekke band. Balen, het ging zo goed. Maar ja, het hoort er ook een beetje bij.

Band verwisseld met reserveband. En daarna doorgereden naar een plek met parkeerplekken en een compressor, zodat we hopelijk die andere band konden fixen. Jelle en ik wisten niet helemaal goed hoe ons reparatiekitje nou werkte. Dus we vroegen het maar aan iemand. Een Ierse vrouw legde het ons uiteindelijk uit. Top, aan de slag aan dan maar.
We drukten een prop in de band en pompten deze op. En toen hoorden we nog steeds de band leeglopen. Er zaten twee gaten in. Het andere gat ook maar opgevuld en dat leek goed te gaan. Dus we verwisselde de goede reserveband weer met die kapotte band. Maar zodra er druk op de band kwam te staan liep alsnog weer leeg. Het gat zat precies op de ronding van het loopvlak en de wang. We gaven het op en moesten gewoon rustiger aan rijden en hopen dat we geen lek zouden rijden.

De Gibb River Road was wel echt op zijn mooist die dag. Echt fantastisch uitzicht. Het leek af en toe een beetje op beelden die vaak van Amerika ziet in de middle of nowhere. Paar keer gestopt om foto’s te maken. Diezelfde dag kwamen we toch nog wel aan in El Questro en deden we nog één hike: Amalia Gorge.

Dag 9 Gibb River Road
’s Ochtends gingen we naar Zebedee Spring. Een natuurlijke warmwater bad in een mooie groene omgeving. Deze sluit elke dag om 12.00 uur. Waarom precies is mij nog niet helemaal duidelijk. Maar op de camping raadde ze aan om daar sowieso te beginnen. Het is dan ook wel een lekkere manier om je dag mee te beginnen.
We reden vervolgens naar El Questro Gorge. Hier moesten we door een doorwatering die echt te diep was voor de auto. Dus we parkeerden de auto en liepen er doorheen. En dit was het zeker waard, want wat een mooie hike. En ik verwonder me elke keer dat je allemaal oudere mensen ook die hikes ziet. Het zijn echt alleen maar rotsen en er moet geklauterd worden, maar je ziet regelmatig mensen van 60 en 70 jaar die hikes doen. Een heup is zo gebroken op die rotsen, maar zeker respect voor dat ze het doen.

We vroegen aan gids onderweg hoe ver het lopen is naar de andere hike, want we hadden natuurlijk geen auto. Ook vroegen we of het waard was om erheen te gaan. Het was schitterend zei ze, daarnaast is het maar 2 kilometer lopen. Prima, dan pakken we die gewoon mee.
Al lopende in het heetst van de dag zonder schaduw was het toch beduidend verder dan 2 kilometer. Het neigde meer naar de 5 dan naar de 2 kilometer. En we moesten nog terug. Maar voordat het zover was gingen we eerst een hike van 5 kilometer doen. En die was echt saai. De eerste 500 meter was wel mooi. Maar daarna hadden we beter om kunnen draaien.
Eenmaal terug bij de auto was het al 3 uur ’s middags. Er was dus niet meer echt tijd voor een hike. Kijkende op de kaart zagen we dat er nog drie waren die we konden doen. In totaal een kilometertje of 20. Die gaan we morgen allemaal doen.
Dag 10 Gibb River Road
’s Avonds spraken we af om op tijd te vertrekken. Om 7 uur uiterlijk wilde we vertrekken. Onze wekkers gingen dus om 6 uur. Tent inpakken, ontbijten, water bijvullen. Onze Fransman zat om zeven uur nog rustig zijn ontbijt weg te werken terwijl er twee man klaar stond. Toen die zijn noodles eenmaal achter zijn kiezen had zeiden dat ie snel zijn kommetje in de auto moest gooien, want we wilden gaan. Maar hij moest nog even zijn schoenen aan doen. Daarna moest hij nog zijn water bijvullen. Dus we vertrokken meer dan een half uur later..

We begonnen de dag met de langste hike, ongeveer 10 kilometer. Waar we halverwege wederom even konden zwemmen. De tweede hike gingen mochten we een berg op hiken voor een mooi uitzichtpunt. De derde hike was de mooiste: Emma Gorge. Wat het extra mooi maakte was dat het de laatste was. Jelle en ik hadden wel weer ff zin om de bewoonde wereld in te gaan en een paar biertjes te drinken.
In Kununurra aangekomen bleken alle hostels al gesloten te zijn. We konden dus geen slaapplek vinden. Dat was even een tegenvaller. We besloten maar om bier te halen en naar een free camp te gaan. En daar hebben we die avond maar een drankspelletje gedaan. De volgende dag konden we gelukkig wel terecht in een hostel.
Laat een reactie achter